vrijdag 25 april 2014

Roze koeken uit ‘Bakken met Karin’

De roze koek is in Nederland een veel gegeten lekkernij gemaakt van een platte cake-achtige koek met een roze laagje glazuur. Iedereen kent ze wel. Maar.. vergeleken met deze zelfgemaakte, smaken die uit een pak voortaan altijd naar mierzoete, kartonnige ondingen.  Tenminste, dat schrijft Karin Luiten in haar nieuwste boek Bakken met Karin, een compilatie van veertig heerlijke bakrecepten uit haar eerdere boeken. Toetjes als ontbijt testte een van haar recepten uit.


BENODIGDHEDEN (voor 8 tot 10 roze koeken)
Voor de koeken
- 110 gram bloem
- 100 gram boter (op kamertemperatuur)
- 100 gram suiker
- 2 eieren
- Rasp van 1 citroen
- Snufje zout

Voor het glazuur
- 100 gram poedersuiker
- 8 frambozen / 4 aardbeien fijngeplet
(of bij gebrek aan beiden: wat bessensap)

Verwarm de oven voor op 160 graden. Vet een muffinvorm in met boter en bloem. Klop hierna de boter en de suiker met een mixer of garde zacht en romig. Rasp met een fijne rasp de schil van een citroen en voeg dit samen met een snufje zout bij het mengsel. Voeg hierna de twee eieren een voor een bij het deeg, en blijf kloppen tot elk ei is opgenomen. Zeef de bloem en spatel dit ook door het deeg.


Vul de ingevette muffinvorm tot de helft met het beslag, niet te vol, want we willen niet dat het cakejes worden. Dek de muffinvorm af met een vel bakpapier en leg hier een platte bakplaat op, dit houdt het rijzen tegen; hierdoor worden het koeken in plaats van luchtige cakejes.


Bak de koeken in zo'n 18 minuten af in de oven. Haal hierna de bakplaat en bakpapier van de vorm af en bak de bleke betjes nog even 2-3 minuten zodat ze een mooie kleur krijgen. Laat ze hierna volledig afkoelen voordat je ze kan glazuren. 


Het glazuur maken we als volgt: prak het rode fruit fijn met een vork en maal het door een theezeefje om pitjes tegen te houden. Doe de poedersuiker in een apart kommetje en voeg hier beetje bij beetje het sap bij, tot er een stevig, roze glazuur ontstaat. Verdeel het direct met de achterkant van een lepel over de koeken en laat opstijven.



donderdag 17 april 2014

Cinnamon rolls met vanilleglazuur

Het is weer bijna pasen! Het is elk jaar weer een hele bevalling om te beslissen wat je nu weer gaat maken voor het paasontbijt of de paasbrunch. Met deze cinnamon rolls met vanilleglazuur kan het haast niet mis gaan.


BENODIGDHEDEN
Voor het deeg
- 500 gram bloem
- Twee eetlepels suiker
- Een theelepel kaneel
- Snuf zout
- 1 zakje gist (8 gram)
- 2 eieren
- 50 gram boter
- 100 milliliter melk

Voor de kaneelvulling
- 100 gram boter (gesmolten)
- 150 gram suiker (bruine basterdsuiker bij voorkeur)
- Twee flinke theelepels kaneel

Voor het vanilleglazuur
- Twee eetlepels melk
- 1 vanillestokje
- (+/-) 100 gram poedersuiker

Verwarm de oven voor op 160 graden. Zorg dat alle bestanddelen van het deeg op kamertemperatuur zijn. Meng in een grote mengkom alle droge bestanddelen (bloem, suiker, kaneel, zout, gist) samen. Schenk hierna de melk er bij, en meng dit met een vork of met je handen tot een samenhangend geheel. Meng hierna de boter en de twee eieren erbij. Kneed het deeg voor ruim tien minuten. Hierna kan je het in de mengkom laten rijzen op een warme plek (in de vensterbank bijvoorbeeld), met een licht vochtige theedoek over de kom heen gelegd. Laat het deeg rijzen voor een half uur.


Ondertussen maken we de kaneelvulling, het allerlekkerste deel van dit recept. Smelt de boter in een pannetje, en voeg hierna de kaneel toe. Haal van het vuur. Voeg nu de suiker toe, en roer goed door. Wanneer het een soort plakkerige pasta wordt, is het goed. Naar smaak kan je nog wat meer kaneel toevoegen. Na een half uur zal je zien dat het deeg aanzienlijk toegenomen is in massa. Haal het uit de kom en leg het uit op een met bloem bestrooid werkblad. Rol het uit tot een grote lap, van zo'n 2 centimeter dik. 

Besmeer het deeg met het kaneelmengsel, tot een centimeter van de rand. Rol het deeg hierna op en vouw de randen goed dicht. Hierna kan je plakjes van zo'n vier centimeter snijden, en in een ingevette ovenschaal of springvorm leggen (wij hadden voor de zekerheid ook wat bakpapier op de onderkant van de vorm gelegd). Bak de broodjes in zo'n twintig minuten af.


Het huis ruikt nu als het goed is al heerlijk naar kaneel. Voordat de broodjes uit de oven komen, kunnen we alvast aan de slag met het glazuur. Dit is heel simpel: eerst de poedersuiker in een kommetje, en dan lepel voor lepel de melk erbij. Er moet een goed schenkbaar glazuur ontstaan: niet te dun en niet te dik. Wanneer de consistentie goed is, kan je de vanille erbij voegen. Wanneer de broodjes uit de oven zijn, kan de glazuur er overheen gegoten worden. Je kan ervoor kiezen om het er gewoon overheen te smeren, maar wij vonden het leuker om het met een spuitflesje in lijntjes over de broodjes te draperen.


Laat het glazuur in tien minuutjes hard worden, en smullen maar! 
Fijne pasen alvast! :-)



zaterdag 12 april 2014

Robin's granola bars met witte chocolade


We weten allemaal dat de meeste tussendoortjes vrij ongezond zijn, maar toch essentieel om lange dagen door te komen. Deze granola bars, naar recept van Robin, zijn de allerbeste oplossing voor een voedzaam doch lekker tussendoortje. Skip je lunch trouwens ook maar gewoon.

BENODIGDHEDEN
- 250 gram havermout (vlokken)
- 350 gram mix van gedroogd fruit en noten (rozijnen, walnoten, amandelen, pecannoten, zonnebloempitten, pompoenpitten, chiazaadjes, gedroogde abrikozen, cranberry's, noem het maar op; alles wat je lekker vindt eigenlijk)
- Een blikje gecondenseerde melk
- Een klein blokje ongezouten, gesmolten boter (40 gram)
- Snuf kaneel of gember
- Witte chocolade ter garnering


Verwarm je oven voor op 175 graden. Mix alle droge bestanddelen van de granola bars in een grote kom. Wanneer je geen hele noten in je repen wilt, kan je ze desnoods halveren. Meng hierna de gecondenseerde melk en de gesmolten boter bij het mengsel, en roer alles door elkaar. Vet ondertussen een vierkante ovenschaal (20x20 cm ongeveer) in met wat olie en bakpapier (hierdoor kan je de repen later makkelijker uit de vorm halen). 

Voor...
Na!

Stort het mengsel in de ovenschaal en druk het goed aan. Zo worden je granola bars steviger. Plaats de ovenschaal in de voorverwarmde oven voor 20 minuten tot een half uur, of tot wanneer het mengsel goudbruin geworden is. Laat de vorm hierna volledig afkoelen voordat je het in repen gaat snijden.

Om dit tussendoortje nog lekkerder te maken gaan we even lekker kliederen: met witte chocolade welteverstaan. Je kan dit (voor de echte gezonde mensen onder ons) ook achterwege laten. Dit doen wij lekker niet, want wij zijn niet vies van een beetje chocolade. Smelt wat witte chocolade au-bain-marie op laag vuur. Wanneer de chocolade smelt, kan je mooi het afgekoelde baksel in repen of blokjes gaan snijden. Leg de repen op een stuk bakpapier of een snijplank, en giet/smeer/slinger de gesmolten chocolade over de repen.


Zo kom je de uren in-between-meals wel door! Eet smakelijk!






zaterdag 5 april 2014

Hummus à la Yotam Ottolenghi

Het is weer 'ns tijd voor wat hartigs. De lente is begonnen, en dat mag gevierd. Met hummusdip vandaag. Weer eens wat anders.

We zijn absoluut verliefd op de recepten van Yotam Ottolenghi, vooral op zijn boek Jeruzalem, en willen jullie op deze manier ook eens kennis laten maken met zijn recepten. Een simpele vandaag: hummus met geroosterde paprika. Heerlijk als dip of bijvoorbeeld op brood.


BENODIGDHEDEN

- 250 gram gedroogde kikkererwten 
(of voor de grote-stappen-snel-thuis-koks: een grote pot gewelde kikkererwten)
- Een eetlepel zuiveringszout (baking soda)
- Drie eetlepels tahinpasta (sesampasta, te koop bij grote supermarkten of toko's)
- Het sap van een citroen / limoen
- Een teen knoflook
- Gerookt paprikapoeder
- Peper en zout

Het fijne aan dit recept is dat je het volledig naar je eigen smaak aan kan passen. Grof of fijn gemalen, veel citroen/limoen of wat minder, heel veel knoflook of is een teentje genoeg; alles kan. Ottolenghi legt in zijn boek uit hoe je een basisversie van hummus maakt, en wij voegden hier nog wat gerookte paprika aan toe, omdat wij dit het lekkerst vinden.


Was de (gedroogde!) kikkererwten een dag tevoren goed en doe ze in een grote kom. Laat ze een nacht in water weken. Giet de kikkererwten de volgende dag af. Zet een middelgrote pan op hoog vuur en doe de uitgelekte erwten erin met het zuiveringszout/baking soda en nieuw water. Breng aan de kook en laat de erwten 2 uur op heel laag vuur koken tot ze gaar en gemakkelijk fijn te malen zijn (niet tot puree, maar ook niet meer keihard). Voeg tijdens het koken zo nodig meer water toe. 

Giet de kikkererwten af en bewaar wat van het kookvocht (houd een paar kikkererwten over voor garnering!). Doe de erwten in de foodprocessor of in een bakje om in te staafmixen. Maal ze tot het een stevige puree is en voeg dan de tahin, citroen/limoensap, knoflook (niet te veel, is rauw erg aanwezig qua smaak!) en zout en peper toe. Wanneer het niet zo gemakkelijk mixt of nog heel grof blijft kan je wat olijfolie, sesamolie, walnootolie of wat van het kookvocht toevoegen, wat je zelf het lekkerst vindt. 
Op het laatst voegen we twee theelepels gerookt paprikapoeder toe, en we garneren de hummus met wat olijfolie en de achtergehouden kikkererwten. Bewaar de hummus in de koelkast. Of doe het net zoals ons: duik de tuin in met de hummus, groenten en wat brood (en wijn), en geniet van het prachtige weer!