Plots kwamen we er achter dat we nog een absolute klassieker mistten op Toetjes als Ontbijt: de appeltaart. Na wat experimenteren met deze oerhollandse taart kwamen we op het volgende recept. Oké, het was niet heel moeilijk: gezouten karamel is onze beste vriend. Door het besmeren van de taartbodem (en een beetje bovenop voor de extra indulgence) met een royale hoeveelheid karamel en zeezoutvlokken krijg je net even een andere taart dan de gebruikelijke appeltaart. Mjam.
BENODIGDHEDEN
- 1 ei
- 1 Vanillestokje / zakje vanillesuiker
- 400 gram zelfrijzend bakmeel
- 250 g witte basterdsuiker
- Mespuntje zout
- 250 g koude boter
- 5 goudreinetten (of andere appels, naar eigen smaak)
- Schil van een citroen
- Blikje gecondenseerde melk
- Grof gemalen zeezout
We beginnen met de langste klus: het koken van het blikje gecondenseerde melk. Wij hebben de blikjes met karamel standaard in ons keukenkastje staan voor noodgevallen, maar wanneer je dit niet hebt moet je het blikje melk nog koken. Breng een pan vol water aan de kook en leg het blikje gecondenseerde melk in het water. Zorg dat het blikje helemaal onder water komt te staan, anders kan hij ontploffen en vliegt de karamel door de keuken. Het koken duurt ongeveer drie tot vier uur. Als je het blikje vervolgens (na wat afkoelen) openmaakt, is het lichtbruine karamel geworden.
Voeg hier een gewenste hoeveelheid grof zeezout aan toe en laat nog even op het aanrecht staan tot we het gaan gebruiken voor de taart. Splits het ei en rasp de schil van de citroen met een fijne rasp. Voeg het bakmeel, 200 gram suiker en het mespuntje zout in een kom. Snijd de boter in hele kleine blokjes en meng en kneed deze door de suiker totdat een kruimelig deeg ontstaat. Voeg het eiwit en de helft van de citroenrasp toe. Bewaar het eigeel trouwens maar, dit kan je gebruiken om de taart mee te bestrijken voordat hij de oven in gaat. Kneed met koele handen snel tot een deegbal. Druk plat, verpak het in vershoudfolie en leg het voor een uurtje in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 170 graden. Vet een grote springvorm in met boter en een laagje bloem. Bestuif het werkblad (of een snijplank voor minder geklieder), de deegroller en de deegbal met bakmeel en rol tweederde van het taartdeeg uit tot een plak van een centimeter dik. Hiermee ga je de bodem en dan de randen van de vorm bekleden. Tip: steek eerst met de springvorm een cirkel uit het deeg en leg die op de bodem van de vorm. Bekleed vervolgens de randen met het restant van het uitgerolde deeg.
Wanneer de springvorm is bekleed met het deeg, kan je de appels gaan snijden. Wij willen een netjes-uitziende taart vandaag, dus we snijden dunne plakjes van de appels met een mandoline (a.k.a. de vingertopjeskiller). Je kan de appel ook in blokjes snijden, natuurlijk. Vervolgens kan je de appelstukjes/plakjes/blokjes op smaak brengen met een theelepel kaneel, de andere helft van de citroenrasp en een eetlepel suiker. Mix goed door elkaar.
Plaats nu de stukjes appel op de door jou gewenste manier in de springvorm. Wij kiezen ervoor om de appel in een soort 'bloemvorm' in de vorm te leggen. Halverwege de vulling (wanneer je dus nog de helft van je appelstukjes overhebt) smeer je de laag appels royaal in met de gezouten karamel. Hierna plaats je de rest van de stukjes in de taartvorm.
Op het laatst giet, schenk of smeer je de rest van de karamel op de appel. De randjes van het deeg kan je een stukje over de vulling heen vouwen, om te voorkomen dat de karamel straks buiten zijn 'oevers' treedt. ;-) Bestrijk de bovenkant van de taart met eigeel zodat het deeg mooi gaat glanzen. Bak de appel-karameltaart af in het midden van de oven voor ongeveer 45 minuten tot een uur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten