donderdag 19 december 2013

Panettone

Wanneer je het gelukt hebt dat iemand je uitnodigt voor een kerstdiner - en je dus niet zelf hoeft te stressen in de keuken, is het altijd leuk om iets mee te nemen als bedankje. En om nou weer met een flesje wijn of een bos bloemen aan te komen... Waarom doe je het dit jaar niet zoals de Italianen het al sinds jaar en dag doen: met een panettone. 

Een panettone is een kerstbrood vol rozijnen, veel drank (altijd belangrijk) en citrusfruit. Het heeft een luchtige structuur en een zoete smaak, waardoor het eigenlijk meer weg heeft van cake. Het smaakt heerlijk bij een kop koffie bij het ontbijt, of met een glaasje limoncello/pedro ximenez sherry/andere alcoholische versnapering als kerstdessert. Super veelzijdig dus!



Even een kort geschiedenislesje: 
De panettone komt van oorsprong uit Milaan en ontstond in de 15e eeuw. Daar stond dit brood voor het eerst op tafel bij Ludovico Sforza de Moor. In 1495 nodigde Ludovico met kerst een aantal gasten uit voor een banket op zijn kasteel. Met het banket vierde Ludovico het besluit van keizer Massimiliano, waarin de keizer hertog Ludovico nieuwe macht toekende. Als dessert serveerde chef Antonio Toni zijn 'panis quidam acinis uvae confectus' (rozijnenbrood). Deze creatie viel bij de zo goed in de smaak bij de hertog dat hij Toni verzocht het recept aan alle bakkers in Milaan te verlenen. Het nieuwe brood droeg de naam van de maker: 'pane di Toni', dat vandaag de dag beter bekend is als panettone.


BENODIGDHEDEN:
- Een eetlepel gist
- 225 ml handwarm water
- Vier eetlepels suiker
- Twee eieren
- 125 ml magere yoghurt
- Een vanillestokje (of vanillesuiker)
- Een kaneelstokje
- Kaneelpoeder en nootmuskaat
- Een handvol rozijnen
- Schil van 1 citroen en 1 sinaasappel
- Een flinke scheut Marsala wijn (te koop bij de slijter)
- Een snufje zout
- 450 gr bloem

Goed, dit is een hele waslijst aan ingrediënten maar geloof me op m'n woord als ik zeg dat het echt simpel is om te maken. Begin met het weken van de rozijnen en de citrusschillen: zet een pannetje op het vuur en verwarm hierin de Marsala, een kaneelstokje, en eventueel een schep suiker om het zoeter te maken. Was de citroen en de sinaasappel en wrijf de schil mooi op. Haal met een dunschiller de schil van de vruchten af (let wel op dat je het witte gedeelte niet mee raspt, dit is erg bitter). Kook de schillen in de Marsala voor een minuut. Hierna kan de pan van het vuur, en kunnen de rozijnen er bij. Laat dit een uur staan zodat de Marsala goed in de rozijnen kan trekken.


Mix in een grote kom de gist met het warme water en de vier scheppen suiker. Dek dit af met een doek of folie en laat het tien minuten staan. Hierna kunnen de eieren, de yoghurt, de vanille (of vanillesuiker) en een snufje zout toegevoegd worden. Weeg de bloem af, en zeef het om klontjes te voorkomen. Hierna kan je het beetje bij beetje bij het gistmengsel voegen, en goed mixen. Voeg eventueel naar behoefte meer bloem toe dan in het recept staat, tot er een zacht en kneedbaar deeg ontstaat. Dek het deeg af met een theedoek en laat het een uur rijzen op een warme plek (naast/op de verwarming bijvoorbeeld).


Kan je ondertussen mooi gaan knutselen. Niet schrikken: dit hoeft niet per se, maar wanneer je het brood cadeau doet is dit wel een hele leuke manier om het te presenteren. En zo moeilijk is het niet. Je pakt een stuk bakpapier en knipt dit op ongeveer 2 centimeter hoger dan de rand van de bakvorm. Mocht je bakpapier korter zijn dan de bakvorm dan kan je twee stroken knippen en deze met nietjes aan elkaar vast maken. Knip eventueel een leuk randje aan het bakpapier. Golfjes, karteltjes, net wat je zelf leuk vindt. Vet hierna de ovenschaal in met olijfolie en 'plak' de strook bakpapier er tegenaan tot deze goed blijft zitten. Vergeet ook de bodem niet extra goed in te vetten zodat je brood niet vast komt te zitten. Bestrooi eventueel ook nog met bloem na het invetten om extra zeker te zijn.
Laat nu de rozijnen uitlekken in een vergiet en vis de citrusschilletjes er uit. De schillen heel fijn snijden en bij de uitgelekte rozijnen voegen. Voeg hier ook naar smaak nog wat kaneelpoeder en wat nootmuskaat bij. Ondertussen kan het rozijnmengsel bij het deeg gevoegd worden. Mix het deeg nog even, voor een minuut of 10. Hierna kan je het in de ingevette bakvorm gieten en het nogmaals met een theedoek afdekken en nog een half uurtje laten rijzen (het deeg kan over de rand van de vorm heen rijzen).



Het duurt even, maar dan heb je ook wat. Schenk ondertussen maar een glaasje Marsala voor jezelf in, en verwarm de oven voor op 170 graden. Na het half uur rijzen kan het brood de oven in, voor ongeveer een uur. Na een half uur bakken kan je het brood voor de mooiigheid nog bestrijken met een ei en bestrooien met suiker. Het brood is klaar wanneer het een goudbruine kleur heeft en een vleespen schoon uit het midden verwijderd kan worden.

Buon appetito!



Geen opmerkingen: